Column

COLUMN: Ik ben een echte zeikerd!

Joop van der Hor, geboren in 1954 in Rotterdam, is een betrokken inwoner van Spijkenisse. Hij is naast columnist, ook trouwambtenaar, presentator, schrijver, ambassadeur van Villa Joep en pakt nog meer op wat op zijn pad komt. Hij werkte als persvoorlichter van de politie, is getrouwd en woont nu met zijn vrouw Gina in een appartement in Spijkenisse. In 2018 ontving hij de Nissewaardpenning uit handen van burgemeester Salet voor zijn inzet. Hij kijkt veel om zich heen en schrijft over allerlei zaken in zijn columns.

Rotterdammers zeiken op alles en iedereen en dus ook op hun eigen stad waar niets goed is, maar daar mogen alleen Rotterdammers iets over roepen. Wie van buiten komt of, erger, uit 020, die moet zijn grote muil houden. Amsterdam is in de ogen van een echte Rotterdammert een strontstad met een stront voetbalclub en een stront burgemeester. In Rotterdam zijn ze trots op hun burgemeester, ook al is dat een Marokkaan.

Als er ooit een Rotterdamse variant komt van de welbekende Asterix strip dan zal er zeker een plaatje in te vinden zijn waar Obelisk met zijn wijsvinger tegen zijn rechterslaap tikt en roept ‘Rare jongens die Rotterdammers!’ Rotterdam mag dus een echte zeikstad zijn, maar pas op, het is wel mijn zeikstad!

PLASSEN OP STRAAT
Spijkenisse daarentegen is zeker geen zeikstad, dat kan ook niet want dit uit de kluiten gegroeide dorp heeft nimmer stadsrechten gekregen. Maar het stinkt er op een vrijdag of zaterdagnacht altijd wel naar de zeik. Nee, heeft niets met de omliggende petrochemische industrie te maken, maar met het feit dat je echt nergens legaal een plasje kunt doen. Plassen doe je overdag in de Boekenberg of in de Hema. Nee niet bij de worsten maar in het toilet van het restaurant. Maar dan moet je wel eerst een kopje koffie bestellen en de sleutel van het toilet vragen.

En als je als Rotterdammer of als toerist in die zeikstad moet plassen dan kan je bijna nergens terecht, althans niet in de buitenruimte of je moet ergens tegen een boom of in een steegje tegen de muur plassen. En dan moet je al helemaal geen vrouw zijn, want dan kun je echt helemaal nergens urineren. Over dat laatste gesproken…… Rotterdam telde ooit vele urinoirs. Deze zijn bijna overal verdwenen, of dichtgemetseld zoals aan de Meent tegenover café-restaurant Dudok. Het stinkt er ondank flink naar de pis want het is één van de weinige ‘stille’ plekjes achter de bloemenstal naast de ophaalbrug die nooit meer opgehaald zal worden. Het enige wat je achter de bloemenstal ophaal in de rits van je gulp!

HOMOJAGERS
In de jaren ’70 van de vorige eeuw, dus nog maar zo’n 50 jaar geleden, stonden daar jonge agentjes op de loer om de tijd op te nemen van twee mannen die tegelijkertijd het urinoir binnen waren gegaan. Bleven ze langer dan 2 minuten binnen, dan kregen ze een proces verbaal omdat het dan wel homo’s moesten zijn, en dat was toen nog bij wet verboden, althans het samenzijn in combinatie met seks in de openbare ruimte. Tijden zijn veranderd. Ik pleit derhalve voor het terugplaatsen van openbare toiletten want als 68-jarige ben ik inmiddels een echte zeikerd geworden.

Noot van de redactie: Op de Nieuwstraat is ook een toilet beschikbaar, Place 2 Pee. Deze bevindt zich aan de rand van het centrum aan de kant van de Noordkade. Ook de eigenaresse van Place 2 Pee wil graag dat er meer openbare toiletten komen in het centrum.

Meer artikelen over:Column

Ook interessant