COLUMN: Rijdt Rhoon niet voorbij

Joop van der Hor, geboren in 1954 in Rotterdam, is een betrokken inwoner van Spijkenisse. Hij is naast columnist, ook trouwambtenaar, presentator, schrijver, ambassadeur van Villa Joep en pakt nog meer op wat op zijn pad komt. Hij werkte als persvoorlichter van de politie, is getrouwd en woont nu met zijn vrouw Gina in een appartement in Spijkenisse. In 2018 ontving hij de Nissewaardpenning uit handen van burgemeester Salet voor zijn inzet. Hij kijkt veel om zich heen en schrijft over allerlei zaken in zijn columns.

‘Weet je wat een Rotterdammer het mooist aan Mokum vindt? Das de laatste trein naar Rotterdam, dat weet het kleinste kind’. Oudere luisteraars zullen bij het horen van deze eerste zin van dit lied onherroepelijk aan Tom Manders denken ofwel Dorus. Ken je Dorus niet? Dan snel even Googelen om dit gebrek in je opvoeding teniet te doen. De man van ‘Poesie mauw, poesie mauw’ is legendarisch!

Het lied brengt associaties bij mij boven in de vorm van een ritje per metro van Hoogvliet naar het centrum van Rotterdam zonder dat je als reiziger bij de halte Rhoon ook maar de minste aandrang heb om uit te stappen. En dat laatste is jammer, heel jammer zelfs. En ik zal je vertellen waarom!

Ik heb een klein onderzoekje verricht onder een groep inwoners van Hoogvliet, Spijkenisse en enkele vaste bezoekers van bar LISA aan het Zuidplein. En weet je wat de uitkomst daarvan was? Dat 95% niet eens weet dat Rhoon een prachtig middeleeuws kasteeltje heeft en een supergezellige kroeg en brasserie die samen het Wapen van Rhoon vormen. Er is dus werk aan de winkel voor de stichting Kasteel van Rhoon en ridder Floor van der Kemp, Jonkvrouwe Cora Nauta, Hofnar Jan Jongerius, Graaf Ad Janssen en burgemoeder Jolanda de Witte. Maar ook voor RTV Albrandswaard en het gemeentebestuur van die plaats. Op amper 5 minuten lopen van het metrostation ligt daar, half verscholen in een lommerrijke omgeving, het vorstelijke verblijf van het geslacht Duyvelant, de familie Hoboken, de Bentincks en andere voorname edelen en Rotterdamse havenbaronnen zoals Ludo Pieters. Het Wapen van Rhoon heet van origine eigenlijk het Huis van Pendrecht en dat terwijl geen inwoner van die Rotterdamse achterstandswijk weet waar Rhoon ligt, misschien maar goed ook, maar dit terzijde.

Zelf kom ik met enige onregelmatige regelmatigheid wél in het Wapen en ik moet zeggen dat het goud blond gele gerstenat mij zeer goed smaakt en dat de bitterballen daar van hoge kwaliteit zijn, zelfs stukken beter en smakelijker als dat ik ooit in het torentje van Rutte aan het Binnenhof heb gegeten. En dat is echt de waarheid beste luisteraars, want ik ben namelijk nog nooit of ooit in het Haagse torentje geweest, laat staat dat ik er een bitterbal heb gegeten.

Ik mag zeggen dat ik mij een waar ambassadeur van het Kasteel voel en donateur van het Wapen want ik heb er in de loop der jaren menig biertje en bordje afgetikt. Wie het Wapen recht binnenloopt, komt er dankzij de gastvrije barkeepers Menno en Pedro, en voorheen de nu gepensioneerde obers Wim en Gerard, krom gebogen uit. Is het niet van de drank dan is het wel van de lach want de mannen kennen hun klassiekers en schuine moppen.

Dus beste mensen van buiten Rhoon, lieve luisteraars van RTV Albrandswaard, stap nou eens uit op metrostation Rhoon. Dit pittoreske dorpje heeft zoveel moois te bieden. En als je dan, na een paar drankjes in het Wapen of een heldere wijn bij Ad op het kasteel huiswaarts gaat, zing dan die nieuwe variant van het aloude lied van Dorus:

‘Weet je wat een Rotterdammer het mooist aan Rhoon vindt? Das het café Het Wapen, dat weet het kleinste kind’. Hij vindt Poortugaal wel aardig, maar hij pleegt een dubbele moord, voor de biertjes in het Wapen en voor Feyenoord…… Dat natuurlijk wel !