Column | Oekraïners bedanken ons, maar waar waren wij? 

Joop van der Hor, geboren in 1954 in Rotterdam, is een betrokken inwoner van Spijkenisse. Hij is naast columnist, ook trouwambtenaar, presentator, schrijver, ambassadeur van Villa Joep en pakt nog meer op wat op zijn pad komt. Hij werkte als persvoorlichter van de politie, is getrouwd en woont nu met zijn vrouw Gina in een appartement in Spijkenisse. In 2018 ontving hij de Nissewaardpenning uit handen van burgemeester Salet voor zijn inzet. Hij kijkt veel om zich heen en schrijft over allerlei zaken in zijn columns.

Zaterdag 24 februari, 15.45 uur. Voor het stadhuis aan de Coolsingel staan nog geen 30 mensen – voornamelijk vrouwen – koffie en chocolademelk aan voorbijgangers in te schenken. Om hun middel hebben ze blauw-gele vlaggen gebonden, Het is precies twee jaar geleden dat het Rusland van Poetin buurland Oekraïne is binnengevallen. Eerder al, in 2014, had Tsaar Vladimir het schiereiland De Krim geannexeerd. Die waarschuwing had niet meer dan wat protesten en lichte verontwaardiging in West-Europa losgemaakt. De VS sprak er schande van en enkele nietszeggende sancties aan de Russen opgelegd. Maar op 24 februari 2022 werd alles anders. De hele wereld hield haar adem in en de verontwaardiging vanwege de enorme vernietigende werking van het toegepaste geweld tegen mensen en steden was groot. 

Terug naar 24 februari 2024. Een ouder echtpaar op de trappen van het stadhuis vroeg zich vertwijfeld af of Rotterdam- Rijnmond de oorlog in de Oekraïne al was vergeten. Op het bordes stond wethouder en loco burgemeester Robert Simons (Leefbaar) voortdurend op zijn horloge te kijken. Volgens het draaiboek resten hem nog 10 minuten alvorens hij met zijn toespraak moest beginnen. Geen cameraploeg van RTV Rijnmond, of NPO te bekennen, zelfs geen fotograaf, gelukkig wel de verslaggever van De Havenloods. Helaas werd zijn artikel door de hoofdredacteur wegens plaatsgebrek geweigerd. Pijnlijk, heel pijnlijk want daarmee wordt feitelijk aangegeven dat Oekraïne geen nieuws meer is, tenminste als het niet gaat over de voordeeltjes die de van puinhuis en heel erg open haard weggevluchte oorlogsslachtoffer betreft, En dus schreef hij… ik dus… er een column over die gelukkig wél door Hoogvliet online en Spieke worden geplaatst op social media. 

Toen loco burgemeester Simons tamelijk ongemakkelijk voor de derde keer in korte tijd op zijn horloge keek werd vanaf het Stadhuisplein een langzaam opzwellend geluid waargenomen en werden tal van geel-blauwe vlaggen en een enkele nationale driekleur in de verte zichtbaar. Steeds luider klonk het ‘Dank oe wel’ uit de kelen van naar schatting zo’n 300 ‘demonstranten’, bestaande uit voornamelijk jonge Oekraïense vrouwen en tieners. Hun gezichten spraken boekdelen; verdrietig kijkende holle ogen waarbij de onmacht van hun gezichten was af te lezen. “Waar zijn al die duizenden Rotterdammers, Hoogvlieters en Nissewaarders, Schiedammers, Vlaardingers?” vroeg ik mij vertwijfeld af. Was de aandacht voor de inmiddels twee jaar durende strijd op afstand echt helemaal weggeëbd?  

Bij het oversteken van de Coolsingel springt halverwege het verkeerslicht voor voetgangers op rood. Gedisciplineerd stoppen de mensen met vlaggen en protestborden en laten het verkeer voorbij rijden. Geen automobilist die stopt, héél anders dan bij een protest van boeren, Extinction Rebellion of feestvierende Feyenoord supporters.

Na het welkomstwoord van de Siemons spreekt een vertegenwoordiger van de Oekraïense ambassade en een jonge vrouw die met haar kinderen aan het begin van de oorlog halsoverkop en met medenemen van twee tassen kleding uit bezet gebied was gevlucht. 

Doodstil wordt het als een in de strijd gewonde soldaat het bordes betreed. Roman Krutiak (26) is na een raketaanval blind geraakt aan beide ogen en revalideert in Rotterdam. Hij bedankt de stad en de Rotterdammers voor hun hulp en steun. Na afloop loop ik naar hem toe en bedank ik hem omdat hij ook voor de vrijheid van Rotterdam-Rijnmond, Nederland en Europa heeft gevochten. Ik wil hem een hand geven maar hij drukt mij tegen zijn borst en bedankt mij! Ik voel mij beschaamd, heb niets bijzonders gedaan als alleen een paar tientjes op een bankrekening gestort en wat warme kleding naar een inzamelplek gebracht. Zijn omhelzing voel ik uren later nog steeds. Heb tranen moeten wegpinken. Wat een dag, wat een emotie, wat een verdriet maar bovenal…. wat een kracht daar voor het stadhuis van mensen die hoop en vertrouwen houden! Ik ben niet kerkelijk gelovig maar bid dat we dat vertrouwen overeind kunnen houden………..

De kracht van de Oekraïners doet mij denken aan de song van zanger Labi Shiffre ‘Something inside so strong’. Toen ging het over de strijd tegen apartheid, nu over de strijd tegen een niets en niemand ontziende dictator. Ik draag deze song op aan een moedige Rus; Aleksej Navalni. Omdat hij niet te breken was werd hij vermoord. Rust zacht en waak over je moederland opdat het land zichzelf niet vernietigd.