Column

Column | Waar is de medaille van Orkun Kokcü?

Joop van der Hor, geboren in 1954 in Rotterdam, is een betrokken inwoner van Spijkenisse. Hij is naast columnist, ook trouwambtenaar, presentator, schrijver, ambassadeur van Villa Joep en pakt nog meer op wat op zijn pad komt. Hij werkte als persvoorlichter van de politie, is getrouwd en woont nu met zijn vrouw Gina in een appartement in Spijkenisse. In 2018 ontving hij de Nissewaardpenning uit handen van burgemeester Salet voor zijn inzet. Hij kijkt veel om zich heen en schrijft over allerlei zaken in zijn columns.

‘Waar is het feestje?’ ‘daar is het feestje’. Wat een geweldige sfeer ‘daar’ op de Coolsingel en wat ben ik trots op die 150.000 supporters van wie niemand het in z’n hersens heeft gehaald om er een kolerezooi van te trappen. Het bewijs is dan ook definitief geleverd dat de meeste Feyenoord supporters wel degelijk over hersenen beschikken en die maandag voor, tijdens en na de huldiging ook echt hebben gebruikt. De stad is heel gebleven! En wat was ik trots op mijn vriendje Leen die daar op het balkon het onvermijdelijke ‘You never walk alone’ zong. ‘Niet echt zuiver gezongen’ zegt u? Nou ga er maar eens aanstaan met 150.000 uitzinnige zingende en schreeuwende supporters voor en onder je en dat zonder monitor waardoor je jezelf amper hoort zingen. En wie roept dat Lee Towers met pensioen moet gaan zeg ik; ‘we sturen onze uit 1908 daterende club en de uit 1937 stammende oude Kuip toch ook niet met pensioen? Nou dan! Oké, het klonk misschien een beetje vals, maar dat is tegenwoordig helemaal in, kijk maar naar onze inzending voor het Eurovisie Songfestival. Misschien dat we volgend jaar de selectie van Feyenoord maar naar het songfestival moeten sturen en wellicht dat Gernot Trauner voor Oostenrijk mee kan gaan. Wat klonken zij vanaf het balkon verschrikkelijk vals en wat was dat heerlijk om te horen. Ze waren ook heel wat beter dan de deejee die soms wel echt heel erge ‘oor kaput’ muziek heel hard ten gehore bracht.

En wat te denken van trainer Arne Slot. Die man heb ik 36 uur lang lachend op beeld gezien. ‘Haal die grijns van je gezicht’ zo sprak mijn lang geleden overleden vader als ik iets had gedaan wat hem niet zinde en ik dat wel leuk vond en er zelfs trots op was. Als je de rol van mijn vader nu eens aan bijvoorbeeld AD verslaggever en Ajax supporter Theo Teitsma toebedeelt en die van mij aan Arne Slot, dan heb je een zelfde soort situatie en tevens patstelling want die grijns krijg je namelijk never nooit van het smoelwerk van Slot zijn gezicht af. Ik heb van Feyenoord genoten, maar geniet nog meer van het lachende gezicht van hun trainer. Zo moet je voetbal én een kampioenschap beleven en niet zoals Louis van Gaal ooit eens op het Museumplein heeft gedaan met kleinerende en hautaine opmerkingen richting de rest van Nederland, niet zo sportief van hem toch? Wie wel sportief reageerde was Theo Teitsma. De met de helm van de nu van zijn voetstuk gevallen god Ajax geboren AD verslaggever was de eerste die mij van harte feliciteerde met het kampioenschap van het cluppie waarvan ik heel lang geleden secretaris ben geweest van de rebellerende tak van de Feyenoord supportersvereniging die een eigen clubhuis had op de Beijerlandselaan ‘Op Zuid’. 

Feyenoord is een volksclub en je moet een beetje masochistisch zijn ingesteld wil je, net als ik, al van kinds af aan supporter van die club op Zuid zijn. Feyenoorder ben je vaak niet voor je lol, maar wel voor je hele leven! In het eerste van Feyenoord voetballen allemaal Rotterdammers. Want Rotterdammer kun je worden, daar hoef je hier niet geboren voor te zijn. Maar hoeveel spelers zijn hier in Rotterdam, in Nederland niet geboren? Rotterdammers zijn mensen met het hart op de tong. Ze kankeren op zowat alles, zelfs op hun eigen rotstad, maar het is wel hun rotstad en dat mag geen ander ervan vinden. Het chauvinisme is groot, groter dan de stad en de club zelf. Buitenlanders zijn welkom mits ze toerist zijn of hier werk hebben en niet met een petje achterstevoren in een te dure auto hard en luid toeterend over de Meent rijden. De rest zijn ‘gelukzoekers en die moeten maar ‘oppleuren’ naar hun eigen land want ze pikken onze meisjes en banen in, zo wordt vaak gezegd, te vaak zelfs. Maar wat zijn dan die spelers van Feyenoord? Die Mexicanen, Ghanezen, Brazilianen en al die andere nationaliteiten die hiermiljoenen verdienen en de club na enkele seizoenen verruilenvoor een andere club (lees voor nog meer geld). Zijn dat dan geen gelukzoekers? Oké, ze komen niet met een rubberbootje de haven van Rotterdam binnen varen, maar het zijn wel buitenlanders en vaak ook gelukzoekers. Maar de eerste categorie zijn voetballers hé, het zijn Feyenoorders, ja dan is het niet zo erg. Konden al die statushoudende asielzoekers maar goed voetballen, dan zou de wereld er een stuk vriendelijker op worden. Wie ook half buitenlander en half binnenlander is, is de rood-witte halfgod Orkun Kokcü. Ik weet dat de 22-jarige aanvoerder sinds zondag 14 mei door supporters en de media heilig is verklaard, maar zowel de Paus als ik willen het hier toch nog wel even over hebben. Want wat ik mij tot ‘Slot’ afvraag; waar is de kampioensmedaille van aanvoerder Kokcü gebleven? Bij het aanpakken van de kampioensschaal deed hij de medaille af, legde die op de grond waarna we hem er niet meer mee hebben gezien. Ook niet even later tijdens het ererondje en ook niet op de beelden van na de wedstrijd en op het balkon van het Stadhuis. Was dit weer een wat wazig statement van de aanvoerder van Feyenoord, net zoals het niet dragen van de ‘One-Love’ aanvoerdersband? Wie het weet mag het zeggen. Ben er erg benieuwd naar.

Beeld: JBMedia

Meer artikelen over:Column

Ook interessant