COLUMN: De ‘virtuele vader’ waar mijn dochter een hekel aan heeft

Ahmad Algohbary (30) is een Jemenitische freelance journalist die voor verschillende internationale mediakanalen verslag heeft gedaan, waaronder The Guardian, Al Jazeera, Dawnmena, Middle East Eye en The New Arab. Zijn werk heeft de Online Journalism Award gewonnen en hij werd genomineerd voor een Emmy Award en een Shorty Award. Hij verblijft momenteel in een opvang in Spijkenisse. Hij schrijft komende weken een column, welke door de redactie van Spieke vertaald geplaatst wordt.

Korte video’s van mijn driejarige dochter Razan blijven binnenkomen op mijn Whatsapp. Met vragen als: “Hoe gaat het met je, papa?”, eisen om nieuw speelgoed voor haar te kopen of simpelweg om haar nieuw geleerde dansjes te laten zien. Duizenden kilometers van haar vandaan, speel ik haar video’s steeds opnieuw af. Maar onlangs gebeurde er iets vreemds toen haar moeder haar vroeg om “hallo” tegen me te zeggen. Ze weigerde gewoon. “Ik wil een papa die me wakker maakt en met me naar het park gaat en dat soort dingen,” klaagde ze tegen haar moeder. Razan had een YouTube-video gekeken van een vader die zijn dochter wakker maakte en haar meenam naar het park, legde mijn vrouw uit. In haar woonplaats in Jemen lijkt Razan het beu te zijn om een “virtuele” vader te hebben. En terecht, ik verliet haar toen ze zes maanden oud was. Ik moest wel.

Vroeger dacht ik altijd dat niets me kon dwingen of verleiden om mijn land te verlaten, zelfs niet toen er een volledige oorlog uitbrak in Jemen in 2015. Sterker nog, de oorlog maakte me juist nog meer vastberaden om te blijven om ondanks de vele risico’s mijn werk te blijven doen. Als een journalist die schrijft voor internationale media, was het belangrijk om de wereld op de hoogte te houden van de enigszins vergeten natie. Ik bleef verslag doen van de niet ophoudende bombardementen op eigenlijk alles, en van de verschrikkelijke situaties die de oorlog veroorzaakte in Jemen, dat door de Verenigde Naties werd aangemerkt als “de grootste humanitaire ramp ter wereld”.

Ik had het voorrecht om een auto te hebben waarmee ik naar bijna elk gebied reed dat werd aangevallen. Het was uitputtend maar ook bevredigend werk. Mijn vastberadenheid bleef totdat ik de nasleep van een luchtaanval, die een gevangenis had geraakt, bezocht. De pluimen rook die opstegen van de plaats zorgden ervoor dat ik m’n ogen dicht moest knijpen. Toch bleef ik informatie verzamelen. Eenmaal thuis bleven mijn ogen tranen door irritatie. Een oogarts schreef me wat oogdruppels voor, maar die hielpen niet en mijn zicht ging snel achteruit. Het was dat moment dat ik besefte dat mijn comfortabele en redelijk welvarende leven met een liefdevolle vrouw en een lieve dochter op het spel stond.

De gezondheidszorg in Jemen was al in slechte staat, maar sinds de oorlog volledig ingestort. Ik besloot Jemen te verlaten om in Spanje een spoedbehandeling te ondergaan. De behandeling duurde lang, variërend van meerdere operaties tot herhaalde bezoeken aan mijn oogarts. Een interessant feit waar ik achter kwam was dat de oogdruppels die ik Jemen had gehad geen genezende of verzachtende elementen bevatten, zoals de laboratoriumtest in Barcelona aantoonde. Het was een nep medicijn, een verschijnsel dat nu veel voorkomt in Jemen.

Om een aantal redenen moest ik wachten voordat ik terug kan gaan naar Jemen. Op een bepaald moment tijdens mijn behandeling in Barcelona, heb ik met opzet mijn visum laten verlopen, met de bedoeling asiel aan te vragen in Nederland. De oorlog is nog steeds gaande, zonder zicht op een eind. Ook is het gezondheidssysteem ingestort, wat een groot risico oplevert. Maar als laatst maar zeker niet onbelangrijk, mijn journalistieke werk werd door de strijdende partijen veroordeeld, waardoor mijn veiligheid in gevaar komt wegens repressie.

Als eerst kwam ik aan in Ter Apel waar ik asiel aanvroeg. Daarna werd ik overgeplaatst naar een drijvend schip in Stellendam waar ik anderhalve maand verbleef. De gemeenschap daar was meer dan gastvrij en zorgzaam. Integratieprogramma’s zorgden ervoor dat ik veel vriendelijke mensen leerde kennen en nieuwe vrienden kon maken. In Goedereede en Ouddorp, twee dorpen die we daar bezochten vanuit Stellendam, begon ik mezelf Nederlands te leren met de ontzettend zorgzame en lieve mensen daar. Ik wilde helemaal niet weg uit Stellendam, ik dacht dat ik nergens anders zulke aardige mensen zou vinden.

Op dit moment ben ik in Spijkenisse, weer een gastvrije stad. Ik voelde de behoefte om vrienden te maken en de gemeenschap te leren kennen. Ik opende Google Maps op zoek naar een bar, klikte op het eerste zoekresultaat: “Murray’s Irish Pub & Whiskey Bar” en ging erheen met een vriend. De eigenaresse van de bar, Melanie Murray-Bolt (43) kwam naar me toe. De mooie dame, mevrouw Murray-Bolt, begon me algemene vragen over mezelf te stellen. Tot haar verbazing antwoordde ik in het Nederlands. Ik was pas twee maanden in Nederland en ik had al geleerd hoe ik mezelf kon beschrijven in goed en helder Nederlands. Dat was een mooi compliment. Melanie luisterde aandachtig naar mijn verhaal, zoals een moeder die geniet van haar kind die net begint te praten. We wisselden contactgegevens uit en ze begon me contacten door te sturen die haar nuttig leken. En inderdaad, ik heb nu een breed scala aan mensen ontmoet in Spijkenisse. Van ambtenaren van de gemeente tot havenmedewerkers en andere aardige mensen waarvan sommigen me nu helpen met Nederlands leren. En ja, ook de contactgegevens van Spieke kwamen via haar!

Mijn ervaringen in Nederland hebben me op een bepaalde manier geholpen om de overweldigende liefde voor mijn familie en het diepe verlangen om terug te keren naar mijn land te overleven. Het lijkt erop dat mij vrijwilligerswerk in Jemen om de meest hard getroffen gemeenschappen te helpen, nu zijn vruchten afwerpt. Ik blijf dromen over hereniging met mijn familie in Nederland. Er is geen duidelijke uitdaging te overwinnen om asiel te krijgen en ook geen duidelijke formule om te volgen om deze tijd van alleen maar wachten te verkorten. Je kunt niets anders dan wachten en bidden. Ik kon het verlangen naar mijn familie en mijn land aan de kant zetten, totdat Razan, mijn dochter, begon te klagen over haar ‘virtuele vader’. Sindsdien word ik achtervolgd door haar gegiechel, dansjes en haar vragen voor nieuw speelgoed.

Ik kan alleen maar dankbaar zijn voor de zorg en de liefde die de Nederlandse autoriteiten en mensen me hebben gegeven. Ik zou zo dankbaar zijn als mijn asielaanvraag sneller zou verlopen, om redenen waarvan ik denk dat veel mensen die als rechtvaardig en redelijk zullen beschouwen. Ik heb een sterk gevoel dat Nederland me niet teleur zal stellen en dat ik ooit, hopelijk binnenkort, niet langer de ‘virtuele vader’ zal zijn waar mijn kleine meid nu zo’n hekel aan heeft.

Ahmad Algohbary (30) is een Jemenitische freelance journalist die voor verschillende internationale mediakanalen verslag heeft gedaan, waaronder The Guardian, Al Jazeera, Dawnmena, Middle East Eye en The New Arab. Zijn werk heeft de Online Journalism Award gewonnen en hij werd genomineerd voor een Emmy Award en een Shorty Award. Indien je contact met hem op wilt nemen kan dat via [email protected]. Je kunt hem ook volgen op Twitter via @AhmadAlgohbary.